Rond mijn huis zitten de eksters, lawaaimakers, met hun krassende geluiden. Zeker in het voorjaar als de jongen er zijn, komen ze qua geluid boven alle vogels uit. De jonge eksters stoeien en pikken elkaar. Blijkbaar is er een pikorde onder deze vogels en moeten de jongen dat leren.

Bij alle dieren heten de nieuwgeborenen – jongen -, een jong dier. Alleen bij de mens is jongen verworden tot een geslacht en noemen wij ze kinderen die een ander behandeling krijgen dan volwassenen. Bij de dieren zie ik dat niet. Een eksterjong wordt als ekster behandeld, ook door de volwassen ekster. Zij vertonen in alles ekstergedrag. Alleen wij mensen gaan anders met onze kinderen om, die worden niet als jonge mensen behandeld, maar als kinderen. Daarom zijn er mensen die boven een wieg kunnen hangen en dan alleen maar tata tata zeggen. Geen volwassen mens praat zo met de ander, maar met een jong mens praat je dus wel. Handig voor het kind om dat soort verder nooit gebruikte woorden te leren. Maar misschien hebben we ze daarom wel kinderen genoemd om de scheiding aan te brengen tussen de volwassenen die alles weten en het kind wat nog niets weet.

Hoezo weet een kind niets. Het kan krijsen als een speenvarken en daar reageert iedereen op. Er moet echt iets mis zijn wil jij een kind niet te eten geven en dus niet reageert op zoveel geluid.  Een kind groeit en doet in alles mens, zoals mensen zijn en veel sneller dan je zou willen gedragen ze zich ook als mensen en precies daar hebben wij moeite mee. Wij houden het kind klein en willen helemaal niet dat ze zich als volwassenen gedragen. Oei, een jong mens mag zich pas op de door ons bepaalde leeftijd als volwassen gedragen. Is er daarom een zogenaamde pubertijd. Volgens mij zijn de kinderen dan gewoon al volwassen, maar wil de maatschappij dat niet en de ouders al helemaal niet.

De eksters hebben van dat alles geen last. Mensen hebben echter wel last van eksters. Ik hoor ze vaak klagen over die lawaaimakers. Dat doen ze ook, geef ik grif toe hoor, maar zijn wij niet de grootste lawaaimakers hier op Aarde? Kijken we bij hen gewoon in de spiegel? Als bij mij beneden het gemeenschappelijk groen weer eens onder handen genomen wordt, zit ik een dag in het lawaai. Steeds meer machines met steeds meer lawaai bestoken ons groen en de straten. Onkruidbranders, bladblazers, kantenmaaiers, grasmaaiers, snoeischaren, met hele vorkheftrucks met reuze snoeischaren gaan ze de heggen te lijf. Nou snoeien kan ik het niet meer noemen, alles wordt er gewoon afgescheurd. Ik kan het niet zien, voel de pijn in mij van de plant. Onzin? Nee, zeker niet. Planten voelen wel degelijk pijn. Waarom zou een plant gevoelloos zijn? Het leeft toch.

Maar goed ik moet bekennen dat mijn eerste reactie op de eksters op mijn balkon de bekende reactie was. Druk bewegend ze weg jagend. Maar ja, ze blijven komen en ik vind het dan ook weer zielig, dus laat ik ze maar. En nu een jaar rond ben ik blij als ik thuiskom en de ekster weer zie. Ach, ik kan zelf ook behoorlijk lawaai maken op zijn tijd. Zou het dat zijn?

Ook inspiratie?

Wil je delen wat deze inspiratie met je doet of zelf een inspiratie opsturen?

Dat kan naar inspiratie@vrijmenszijn.nl.