Op de fiets naar huis. Het waait harder dan verwacht. Ik fiets de laatste huizenrij voorbij en kom op het open veld. De wind waait van zij, veel harder dan verwacht en grijpt mij. Ik stop van schrik meteen met trappen en laat me meevoeren, zo de berm in waar ik pardoes omval. Verbaasd en verdwaasd lig ik in daar met de fiets op mij, het leek wel in slow motion te gebeuren en eigenlijk moet ik ook lachen.

Een vriendelijke meneer die alles heeft zien gebeuren en waarschijnlijk geschrokken is vraagt of het gaat. Bij het opstaan merk ik dat er niets aan de hand is, behalve dit ik nat en onder de klei zit.

De meneer fietst door en ik wil op mijn fiets stappen, maar dat gaat echt niet. De wind is mij te hard. Een eind verder is een fietstunnel en daar loop ik met de fiets aan de hand naar toe. Na het geploeter tegen de wind in kom ik eindelijk aan in de fietstunnel en er spookt door mijn hoofd heen, hoe ik in godsnaam thuiskom. Dat is zeker nog wel vijf kilometer.  Ik moet door en raap alle moed bij elkaar en stap op de fiets.

De tunnel uit lukt prima, want vanuit de diepte in de luwte kom ik makkelijk boven.  weer op de weg en het eerste stuk gaat wonderwel heel goed, maar dan komt er weer een heuse windvlaag en ik voel mijn fiets al weer wegglijden. Angst kruipt in mij. Ik laat de angst, ik voel het en als vanzelf maakt mijn lichaam zich breed en ga ik liggen op het stuur. De wil om thuis te komen is te groot, ik moet door. Ik heb inmiddels ervaren dat stoppen met trappen vallen betekent, dus ik trap wat steviger door en praat mezelf door de angst heen, met trap, trap , trap. Ik voel dat het werkt, ik blijf op de fiets en trotseer de harde wind. Bij elke windvlaag maak ik me breed en roep keihard door de wind heen trap,trap,trap.  Langzaam verdwijnt de onzekerheid en de angst en met iedere windstoot en de mantratrap voel ik me zekerder worden en verwdijnt beetje bij beetje de angst. En zo kom ik thuis. De angst is totaal weg en ik voel me sterk. 

Thuis realiseer ik mij ineens dat het herhalen van woorden een mantra heet en voel ik voor het eerst wat dat impliceert en welke kracht er in schuilt. Hoe bekrachtigend en versterkend het heeft gewerkt, mijn eigen mantra en hoe simpel dat is. Dat is voor mij de ware aard van mantra.

Ik zal het iets meer illustreren met mijn gedachtes over mantra’s. In mijn omgeving worden heel veel mantra bijeenkomsten georganiseerd en af en toe ga ik er toch weer naar toe, de verleiding is te groot, het samen zingen en verbinding voelen is zo fijn. Iedere keer weer voel ik totaal niet de verbondenheid maar meer een verering naar het liedje of de organisator. Er zit een sterk goeroe element in, althans wat ik hier zie en ervaar en veel na-apen. Het voelt zo niet goed. Wat is dat toch? De trapmantra in mij geeft daar een helder antwoord op. En ja, dat voelt goed.