De wereld vol gemak.
Zoals ik in “techniek en gemak” al aangaf worden we omringd door apparaten die ons het leven makkelijker zouden maken. Veel apparaten doen dat ook zeker wel. Maar doordat het zo gemakkelijk gaat, gebruiken we het ook meer. We zijn steeds meer gaan klussen en neem bijvoorbeeld de wasmachine. Een prachthulp voor elke vrouw, die vroeger stond te boenen op een wasbord. Maar het was ook werk voor de vrouw en je deed één week met je kleren. Ken je het nog van vroeger, je zondagse kleren. Vandaag de dag dragen we meestal dagelijks wat vroeger zondagse kleren werd genoemd en gaan ze nu ook elke dag in de was, want er mag geen vlekje of geurtje op zitten. Hier laat het zich al wat zien dat het ons ook minder verdraagzaam maakt. Wij verdragen steeds minder. In een race dat alles steeds beter kan, raken we verslaafd aan nooit genoeg en altijd beter.
Dat het gemak zich zo in ons nestelt, heeft m.i. ook te maken met onze opvoeding. Een groot deel daarvan wordt besteed aan luisteren. Je moet luisteren naar je ouders en luisteren naar de juf op school. Kinderen zitten de hele dag in schoolbanken en luisteren relatief veel naar de juf of meester. Het schoolsysteem, ik ben juf geweest en kan er over meepraten, werkt tegenwoordig met lesmethodes en daarin staat alles vast. Wat mij opviel bij de antwoorden van leerlingen is dat ik goed kon zien of er werd nagedacht over een vraag en dat resulteerde in hele mooie eigen antwoorden. Maar toch moest ik die als fout aanvinken. Nadenken wordt niet beloond, terwijl napraten en na-apen wordt beloond met krullen en mooie plaatjes en later goede cijfers. De jaren dat je naar school gaat is een mooie opstap naar het werkende leven, waarin de meeste mensen uitvoerend werk doen en dus ook weer gewoon moeten doen wat hen wordt opgedragen. De overheid spant de kroon wat dat betreft, als ambtenaar ben je uitvoerder van het systeem.
We mogen wel nadenken, maar dan wel binnen de lijntjes. Daarom misschien vinden wij het onbewust zo belangrijk dat kinderen leren binnen de lijntjes te kleuren. Het houd je binnen het systeem. Dus nadenken mag, binnen de bestaande structuren en regels. Pas als je buiten de lijntjes gaan nadenken, merk je pas dat de omgeving daar heel anders op reageert als wanneer je binnen de lijnen praat en denkt.
Een heel groot deel van de opvoeding houdt dus in dat we leren na te volgen. Het klinkt heel logisch in het dogma dat een kind niets weet en wij als ouderen het hun moeten leren.
Weet een kind echt niet veel? Ik heb me verbaasd over de innerlijke wijsheid van kinderen. Het feit dat baby’s zo vertederen, laat mij zien dat ze ons naar iets voeren, waar wij als volwassenen meestal niet meer bij kunnen. Hoezo leren zij in een paar jaar de meeste basis motoriek en zich verbaal te uiten. Wat een schoonheid en liefde legt een baby bloot. Dat is toch wat de meeste voelen bij de aanblik van een klein mens. Hoezo weten zij niets? Hun hartweten draait op volle toeren. Het denken is nog niet ontwikkeld.
Het gemak waar de wereld vol van zit verwijdert ons al heel vroeg, stapje voor stapje, van ons hartweten en voert ons de denkwereld in. Een denkwereld waar een hele programmering achter zit.
Daarover meer in deel 3, de mens als consument
Ook inspiratie?
Wil je delen wat deze inspiratie met je doet of zelf een inspiratie opsturen?
Dat kan naar inspiratie@vrijmenszijn.nl.