Het duister is beperkt, kent begrenzing. Ik lig op bed, het is ochtend, op deze plek doe ik het makkelijkst innerlijk werk. Ik ben al een paar weken ziek, het begon met het ledigen van de gal, waarbij ik voelde dat oude stukken losgelaten werden. Daarna kwam het hoesten, de bronchiƫn die steeds meer ontstoken raakten. Nachten wakker van het hoesten. Ik had heel weinig energie.
Wat zich laat zien aan mij en dat gaat in golven van helderheid, dat dit the great reset is. Jezelf resetten en pas nu realiseer ik mij, nu ik ziek op bed lig, dat dat niet zo makkelijk is. Je hoort het overal om je heen, the great reset, alsof het iets buiten jou is, ook daar gebeurt heel veel, jazeker, maar nu pas zie ik dat het een proces in ons allemaal is. De mRNA injecties die resetten ook, maar dat is een reset een andere kant op. Ik heb het hier over de innerlijk reset naar ons oorspronkelijk menszijn en daarin hebben we onszelf te resetten. Zo dat is nog al wat. Ja, dat is nog al wat, maar het voelt heel krachtig en dan weet ik, dat het klopt. Het klopt in mij en resoneert in mij.
Goed deze morgen was ik ook weer met mezelf bezig, ik voel dat er nog wel wat uit moet. Er zijn nog steeds pijnlijke trauma’s opgeslagen in mij en nu is het de tijd om ze echt te zien.
Een vraag komt naar boven, waar liggen mijn behoeften, en het antwoord zijn tranen die stromen over mijn wangen. Ik weet het niet, het wordt zwart, het gaat tekeer in mij, van afweer, zielig klein meisje, boos, van alles komt langs, de criticaster, het kan niet op. Ik zit er vol van. Dan breng ik met mijn aandacht naar mijn hoofd en het wordt letterlijk zwart, als ik naar binnen kijk is het zwart en dan verschijnt er licht, golvend en alsmaar bewegend licht, niet veel, maar het is er wel en omdat het beweegt trekt het mijn aandacht. Daarna ben ik gaan schrijven en ontstond deze inspiratie.
Het duister kan verdrukken, verschuiven, overheersen, macht uitoefenen, maar het is niet bestand tegen het licht. Het kan er niets mee, heeft er ook geen zeggenschap over. Licht laat zich gewoon zien, punt. Het licht gaat haar eigen weg en komt er ongevraagd doorheen. Het licht kan overal zijn.
Duister kan alleen met macht je aan hem binden, door kritisch te zijn, je klein te houden, angstig te maken. Het duister haalt onderuit, neemt kracht weg, overheerst, moord, bedriegt en liegt, vaardigt wetten uit en straffen, beloont bij goed doen, stelt daar dus voorwaarden aan, wil dat je gehoorzaamt, luistert, hard werkt, je best doet, zorgzaam, sociaal en noem maar op, waar je allemaal aan moet voldoen. Het komt er op neer dat het nooit goed genoeg is. Het kan namelijk altijd beter, slanker, grappiger, het duister vergelijkt alles en iedereen.
Waar het duister moeite mee heeft is het licht, de transparantie, het openlijk delen, verbinden, de onvoorwaardelijke liefde, de schoonheid, het stralen, jezelf zijn.
Het licht kan zich overal door bewegen, brengt licht in de duisternis, gewoon door te stralen, doordat licht is zoals het is. Het licht kent geen grenzen, zoals het duister wel begrensd is. Want als het duister zijn begrenzing op zal geven, gaat het op in het licht, dat kan niet anders.
Het duister kan in wezen niets zelf, het is afgeleid van het licht, het licht heeft zich er uit onttrokken, maar het zal altijd het licht nodig hebben om te bestaan.
Daarom verheft het duister zich, zeg maar vanuit frustratie. Door zich te verheffen, lijkt het wat, maar ergens weet het dat het nooit echt zal lukken. Is dit niet heel herkenbaar in ons eigen leven?
We kennen het allemaal wel de angstige, gefrustreerde, boze, benauwde gevoelens. Wij zijn de diepste duisternis ingedaald en doen zo ons best iets te zijn, binnen de ons opgelegde grenzen, willen we wat zijn. Hoe beter we ons best doen, hoe verder we afdrijven. Afdrijven van wat?
Van wie we werkelijk zijn. We verliezen onszelf, maar wat is het dat we verliezen? We verliezen licht en liefde. Daar kom je uiteindelijk bij uit. Wat vraagt licht en liefde van ons? Gewoon licht en liefde zijn, dus gewoon zichzelf, jezelf.
Wat vraagt het duister van ons? Dat is een hele waslijst, waar geen eind aankomt. Oke, daar gaan we dan nog maar een keer. We moeten ons best doen, goed luisteren, braaf zijn, niet stout zijn, niet slaan, niet stelen, niet moorden, gehoorzaam, hard werken, ons houden aan de ons opgelegde regels en wetten en ongeschreven regels en wetten, ons hoofd niet boven het maaiveld houden, niet boos zijn, alles slikken, geen emotie tonen of alleen de ons welgezinde emoties. Lachen mag, maar ook weer niet overal, huilen mag, vooral als je klein bent en als iemand dood gaat. Aan alles hangt een restrictie. Maar we zijn goede burgers en weten hoe het moet en gedragen ons.
Genoeg. De lijst is eindeloos en vooral wordt er van alles van ons verwacht en wij kunnen er ergens nooit echt aan voldoen, wat een basaal gevoel van falen geeft, zelfs als je uitblinkt. Daarom leren we al heel snel om een buitenkantje te laten zien, wat wel kan voldoen aan al die regels. En de binnenkant verdwijnt steeds meer naar de achtergrond en die wordt ook nog eens als lastig bestempeld. Ja, ja, liefde, jij hebt makkelijk praten, jij hebt een lieve man, maar de mijne slaat me of je stopt pijnlijke gevoelens maar liever weg en ons onderbewuste is zo het grootste veld geworden. Liever onbewust, met een mooie buitenkant, dan bewust met pijn en verdriet, onder ogen komen en schaamte ervaren, schuld. Want dat is er allemaal overheen gelegd, om maar niet de liefde te hoeven voelen.
Jezelf zijn gaat om voelen. Liefde kun je alleen maar voelen. Dat is eigenlijk het enige dat van je gevraagd wordt om te voelen en precies dat is voor het duister het meest moeilijk, het meest kwetsbare, want dan prik je er door heen en verdwijnt het duister.
Dit nu speelt zich in het echie af in ons en in de wereld. Welkom in 2023.
Ook inspiratie?
Wil je delen wat deze inspiratie met je doet of zelf een inspiratie opsturen?
Dat kan naar inspiratie@vrijmenszijn.nl.