Een vriendin van mij die een driejarige kruidenopleiding heeft gedaan, liet me haar eindscriptie lezen en vroeg daarbij wat mij opviel. Zij beschreef verschillende kruiden, waar onder de braam en juist deze viel mij gevoelsmatig op.
Ik ben er even een paar dagen tussen uit en zit heerlijk in een bostuin onder de bomen, waar het nu nog uit te houden is. Ik heb het boek van Marjanne Huising over “Kruidenwijsheid” op mijn schoot en lees over de braam en ik vraag me af waarom nu juist de braam. Ik houd niet echt van bramen, ze steken verschrikkelijk en zijn vrij zuur. Toch dwing ik mezelf mijn aandacht te richten op de braam. Langzaam glijd ik mijn verleden in en komen er herinneringen boven.
Samen met mijn broer plukten we ieder jaar in september emmers vol bramen. We werden door mijn stiefmoeder het bos ingestuurd. Dit klinkt wel erg dramatisch, maar ik vond het niet echt leuk en het was een heidens karwei. De hele middag waren we bezig en onze handen waren dagenlang daarna nog donkerrood van het sap van de bramen en onze armen en benen zaten vol schrammen, maar na een middag plukken waren er twee emmers vol. Eerder mochten we niet terug komen, althans zo heb ik dat in mijn herinnering, maar of dat ook echt zo was?
Mijn stiefmoeder ging meteen aan de slag met de net geplukte bramen en trok een schort aan en deed ze in een grote pan en maakte er bramenjam van, potten vol die in de kelder belandde en wel jaren goed bleven. Maar, ik hield niet echt van bramenjam.
Later ontdekte ik het bloedgroepen dieet. Een makkelijke eter ben ik nooit geweest en dat maakt dat ik me in mijn leven veel met voeding bezig hield en ik doe dat nog steeds. Ik kwam er achter dat braam voor mij een te vermijden vrucht is volgens dat bloedgroepen dieet, dus het was een natuurlijke afkeer.
Mijn lievelingsvrucht was de aardbei. Aardbeienijs, aardbei op beschuit met roomboter en witte suiker en aardbeienjam natuurlijk. Heerlijk. Ook de aardbei staat op de verboden lijst van het bloedgroepen dieet, maar daar had ik als kind geen last van. Nu eet ik deze vrucht veel minder, want ik krijg er nu wel snel last van.
Ik herinner me nog levendig dat toen de aardbeien rijp waren, ergens begin juli, mijn broer en ik mee mochten met mijn vader naar de aardbeienboer en daar kocht hij twee dozen aardbeien. Niet van die groene bakjes die je nu overal ziet, maar twee grote dozen met kilo’s aardbeien. Op de terugweg kregen we allebei een doos op onze schoot. Wat een zaligheid en wat een zoete geur komt daar van af, het water liep me in de mond. Dít was de reden dat ik meewilde en al mocht ik er van mijn vader niet van snoepen, natuurlijk deed ik dat wel. Verboden vruchten smaken nog lekkerder en gelukkig zei mijn vader er niets van. Echte zongerijpte aardbeien van de koude grond, die zijn er steeds minder, maar in mijn herinnering waren dat de lekkerste aardbeien. Gelukkig heb ik in het dorp waar ik nu woon een biologisch dynamisch tuinbouw bedrijf en een korte tijd van het jaar verkopen zij nog de heerlijke aardbeien van de koude grond.
Maar ik zit in de bostuin en ontwaak uit mijn herinneringen en mijn oog valt weer op het boek wat op mijn schoot ligt en ik lees wat Marjanne Huising schrijft over de braam. “Braammensen missen de natuur in hun drukke leven” en meteen schiet ik vol. Die is raak en weer komen er herinnering naar boven.
Ik woonde prachtig buiten op een boerderij, maar had één grote droom. Ik wilde een reis maken. Of was het meer dat ik daar zo mooi woonde dat ik een reden moest hebben om daar weg te gaan? Ik weet het niet meer. In ieder geval herinner ik mij dat ik daar niet weg wilde, maar iets in mij dreef mij verder. Ik wilde nog zo veel ervaren en was erg onrustig. Ik woonde er samen met mijn vriend en we hebben voor de reis alles opgezegd ons huis en ons werk en we vertrokken richting het zuiden. We wilden naar Egypte, maar daar zijn we nooit aangekomen. Uiteindelijk zijn we een half jaar weg gebleven, op de fiets en in de tent. Heerlijk was dat. Na deze reis was mijn verlangen bevredigd en nog steeds ga ik niet vaak op vakantie.
Maar goed na een half jaar kwamen we vele ervaringen rijker weer terug en vonden een kamer in de stad. Nou, dat was afkicken en wennen. Het kostte me zeker negen maanden om een beetje te landen. Ik miste het buitenleven verschrikkelijk. Het was zo erg dat ik de stad niet uitging om heerlijk van de buitenlucht te genieten. Ik was bang dat ik niet terug wilde. Ik word, nu deze herinnering weer boven komt, overmand door verdriet. Dat deze ervaring zo’n diepe wond had geslagen was ik mij niet bewust.
Meer herinneringen stromen binnen, die van eindeloze wandelingen in de natuur. Ik heb van mijn zesde tot mijn negende in een kinderhuis gezeten. Mijn ouders waren gescheiden en mijn moeder kon niet voor mijn broer en ik zorgen. Zo belandde wij allebei in een ander kinderhuis en werd ik ook van mijn laatste strohalm, mijn broer, gescheiden.
Nog meer herinneringen overspoelen mij. Ik zit in het kinderhuis en in de weekenden werd er veel gewandeld. Die tochten waren mij fysiek te lang en ik heb er een hekel aan overgehouden wat wandelen betreft. Tot ik een paar jaar geleden ontdekte dat ik hypermobiel ben. Jeetje, een heel leven met nare wandel herinneringen komt als een waterval over me heen en als een puzzel vallen alle herinneringen in elkaar. Daar had ik als klein meisje dus last van. Het was geen aanstellerij, maar een fysiek mankement.
Hier zittend in alle rust is het de braam die dit allemaal wakker schut in mij. De braam die op deze hete augustusdag al vrucht draagt. Veel eerder dan andere jaren. Ik eet van de vruchten en zelfs het zure van de vrucht valt in een zachte bodem in mij. Ik ga door de zure appel heen en….. het leven laat zich in al zijn volheid zien en langzaam gaat mijn hart open en kan ik de volheid steeds beter aan.
Dit schreef ik twee jaar geleden in een van de heetste zomers die ik ooit beleefd heb in mijn leven. Ik vond de inspiratie in een schriftje en nu ik het uittyp, raakt het me weer en voel ik dat wederom de braam op een goed moment in mijn herinnering komt, want de braam kan ik nu heel goed gebruiken. Dus ik ga naar buiten om een mand vol braambladeren te plukken voor thee en een bramentinctuur. De braam is weer terug en het wordt nu tijd om wederom haar sterk helende werking te gaan ervaren. Het is een zonnige dag, dus prima weer om dit te gaan doen.
Wil je weten hoe je zelf tinctuur kunt maken dan raad ik je het boek van Yvonne Maessen aan, het heet “Kruiden, signatuur en eigenschappen” .
Ook inspiratie?
Wil je delen wat deze inspiratie met je doet of zelf een inspiratie opsturen?
Dat kan naar inspiratie@vrijmenszijn.nl.