Zit weer ziek thuis en baal als een stekker. Mijn hele lijf doet zeer, ik blaf als een zeehond en heb keelpijn. Griep of corona, het maakt mij niet uit hoe het heet. De kleinkinderen zijn geweest en mijn dochter vertelde dat haar kinderen pseudokroep hadden. Dat geeft een blaffende hoest. Whatever, ik ben ziek en kruip dan altijd mijn bed in, stop met eten en slaap heel veel.
In de Germaanse geneeskunst zeggen ze dat ziekte het genezingsproces is. Wat ben ik aan het genezen? Mijn longen, want het hoesten is wel heel erg.
Ik ga met mijn aandacht er naar toe en voel niets. Zwart is het er. Het voelt als een vat vol verdriet en mijn eerste reactie is, ik wil hier niet zijn. Het is een blinde vlek, dat ik hier nooit gekeken heb? Ik weet intuitief dat het goed is er naar toe te gaan en dat doe ik dan maar. Heel langzaam voel ik wat er zit en laat het gebeuren, ik lig in bed en zo waar verschijnen er beelden in mij.
Ooit heeft ergens een man mij zoveel kwaad gedaan dat de mannen zich aan mij moeten bewijzen en dat lukt ze never nooit.
Ik wil ze te slim af zijn, verleidt ze met mijn sexappeal en bewerk ze tot ze levenslang aan mij vastzitten. Daar zit een verstikkende woede en haat die eindeloos wordt uitgespeeld hier op Aarde ( het is een persoonlijke ervaring, maar wordt wereldwijd uitgespeeld). Ik voel het en geniet ervan, seks gevoelens doemen op, pervers maar heerlijk. Is dit het monster wat moet worden uitgesneden, voor eeuwig lijden in de hel of……. Er verschijnt een opening, of mag het geheeld worden, genezen. Heel als zijnde dus ook onderdeel van mij, een zieke perceptie die mijn longen aantast. Ik ben bang voor de man. Bang voor mannelijkheid en daarom etaleer ik het maar al te graag. Ik hou van de zwakke man, waar ik mij altijd boven stel. De man die zwakker is als ik, maar o wee, als hij zijn macht gebruikt, dan krimp ik ineen.
Door mijn tranen heen, zie ik generaties mannen lijden in loopgraven, oorlog, drank, mijn opa, grootvader, oom, broer, mijn vader. Hoe kan ik “man” liefhebben en toch hadden zij mij lief. Liefde is iets kostbaars wat zich af en toe laat zien. Liefde is iets wat zich in mij afspeelt en soms raken twee harten elkaar in een moment en wat groots is dat dan.
Amour zoveel bezongen en beleeft, ook zoveel pijn en verdriet, meer dan dat.
Mijn mannen moesten zich bewijzen of ze mijn liefde wel waard waren en ik bezweek er zelf onder. Het was nooit genoeg en ik voelde me nooit voldaan.
Mannen ik hou van ze, kan niet zonder ze, maar echt voldaan voelde ik mij nooit.
Ik stond liever boven ze, bang als ik was voor hun kracht. Hoe kan ik jou, man, echt zien als het zoveel pijn doet. Ik wil wel, maar mijn keel knijpt dicht, ik krijg het benauwd. Mijn luchtweg hoest zich een vrije weg door het ontstoken slijm. Blijft erin vastzitten, loopt dan weer vrijuit. Mijn longen goed verborgen achter mijn grote borsten, waar mijn mannen erg van houden. Ze verbergen de pijn van de man. Mijn vader die piepend door huis liep als hij weer een astma aanval had. Mijn oom dronk zich dood. Een andere oom vertrok naar het buitenland om nooit meer terug te komen en wat van zich te laten horen. Opa’s heb ik nooit gehad, want die waren al dood lang voordat ik werd geboren. De mannen, mijn God, wat is dat toch een raar figuur. God die twee mensen schiep, waarvan de een toch duidelijk seksueel de ander kan verkrachten en die vaak in oorlog leven. De man fysiek sterker, wat een smerige god dat die dat bedenkt, maar de vrouw krijgt overal de schuld van. Dat begon al in het paradijs. De bijbel staat vol moord en doodslag. God schiep de wereld naar zijn evenbeeld. Help wie is die engerd?
Vind je het gek dat ik moeite heb met de man? Met alle mannen. Ik kan er niet meer nuchter naar kijken. Hoe kom ik uit dit gewrocht van een Godsmanbeeld?
Ik eer de man en zie dat zij nooit kunnen voldoen aan mij, omdat ik dat niet in mijzelf heb. Mijn longen laten zich horen en ik kijk er verwondert naar, komt dit uit mij?
Ik lig nog steeds in bed en de beelden blijven maar in mij komen, het is nog niet genoeg. Longen, levensadem, mannen het struikelt over elkaar heen. Mijn levensadem verbonden met de man. Mag ik het alsjeblieft terug halen? En dan eindelijk vloeien de tranen rijkelijk. De pijn, al het verdriet, het stroomt er uit en legen mijn longen. De pijn die ik aan mijn kinderen heb overgedragen laat zich voelen en de tranen vloeien nog meer. Slachtoffer doemt op, het hele circus gaat draaien, dit heb ik al zo vaak herbeleeft en meegemaakt. Kom maar, laat je maar helemaal zien, het mag, het kan allemaal.
Zucht, zucht, zucht. Eindelijk komt er verlichting, de tranenstroom houdt op.
Ik hoef aan niemand te voldoen.
Ik ben wie ik ben, ik mag zijn wat er is en dat is goed genoeg.
Ik zak in mijzelf, diep mijn lijf in en laat de pijn en verdriet eruit en ik zie en voel het echt, het wordt weer helder en zie dat ook de man, is zoals hij is en ik sluit hem in mijn hart.
Na twee weken voel ik me weer kip lekker en na nog een paar weken merk ik dat de dodelijke vermoeidheid verdwenen is. Er is innerlijk iets verandert. Het was dus toch genezen. Er zit wat in die Germaanse geneeskunst, maar vooral ga het zelf ervaren.
Neem niets als waar aan, behalve wat er in jou verschijnt.
Ook inspiratie?
Wil je delen wat deze inspiratie met je doet of zelf een inspiratie opsturen?
Dat kan naar inspiratie@vrijmenszijn.nl.